Machtsafstand
De eerste culturele dimensie die door Hofstede wordt onderscheden is de machtsafstand. Hierbij wordt gekeken naar hoe gelijk mensen aan elkaar zijn binnen een cultuur, zo kennen we in Nederland gelijkheid voor ieder individu. Het verschil tussen baas en werknemer is dus klein, in andere landen zoals een dictatuur is dit verschil wel heel duidelijk. De machtsafstand wordt gemeten aan de hand van een MAI-score, deze kan liggen tussen de 0 en de 100. Een hoge score betekent veel machtsverschil en een lage score weinig machtsverschil.
Tijdens het onderzoek van Hofstede zijn in verschillende landen op de wereld deze MAI-scores getoets, waaronder ook Zweden en Nederland. Nederland scoorde met deze test een MAI van 38 en Zweden een MAI van 31. Dit zijn beide vrij lage scores, dat wil dus zeggen dat de machtsverschillen in beide landen klein zijn.
Individualisme en collectivisme
Deze dimensie richt zich vooral op de maatschappij van een land en kijkt daarbij in hoeverre het individu of juist de groep centraal staat. Is een maatschappij erg gericht op het individu en is het ''ieder voor zich'''dan spreken we van een individualistische samenleving. Is een maatschappij echter erg hecht en let iedereen op elkaar dan spreken we van een collectieve samenleving.
Om deze dimensie tastbaar te maken is er ook een score voor ontwikkeld namelijk de individualisme-index (IDV) en ligt tussen de 0 en de 100. Hierbij scoor Nederland een IDV van 80 en Zweden een IDV van 71, beide landen hebben dus een erg individualistische samenleving. In Nederland staat het het individu net iets meer centraal dan in Zweden.
Masculiniteit en feminiteit
Iedere culturen kent zijn eigen duidelijke rolverdeling, dit is waar deze culturele dimensie zich op richt. We spreken van een masculine samenleving wanneer de rolverdeling tussen de sekse erg duidelijk is, kort gezegd de man zorgt voor brood op de plank en de vrouw doet het huishouden. Als de binnen een cultuur de verschillen tussen man en vrouw erg klein zijn is de samenleving er feminien.
Feminteit of masculiniteit wordt uitgedrukt in een masculiniteitsindex (MAS). Nederland scoort hierbij een MAS van 14 dit is erg laag, de verschillen tussen man en vrouw zijn dus heel klein. Zweden scoort nog lager met een MAS van 5, hier zijn de verschillen tussen man en vrouw dus nauwelijks merkbaar.
Onzekerheidsvermijding
Ieder persoon kent onzekerheid want niemand kan immers in de toekomst kijken. Deze dimensie kijkt ernaar hoe een cultuur omgaat met deze onzekerheid. Zo zijn er landen waar alles geregeld is met wetten en regels, en weet je bijna altijd waar je aan toe bent. Ander landen hebben dingen minder op orde en vinden dit ook niet nodig, hier is zekerheid dus een minder bepalende factor.
Wederom wordt deze dimensie uitgedrukt in een score en wel de onzekerheidsvermijdingsindex (OVI). Een hoge OVI wil zeggen veel wetten, regels en bureaucratie. Bij een lage score is er weinig geregeld middels regels en wetten en wordt afwijkend gedrag meer getolereerd. Nederland scoort hierop vrij hoog met een OVI van 53 en Zweden laag met een OVI van 29. Is Nederland is wellicht dus meer geregeld met regels en wetten dan in Zweden.
Lange termijn oriëntatie
Deze vijfde en laatste dimensie richt zich op de volharding of juist vooruitstrevendheid van een cultuur. Lange termijn georiënteerde culturen staan voor hard werken, volharding en een groot aanpassingsvermogen. Landen met een korte termijn oriëntatie zijn wat nonchalanter en vinden traditie en persoonlijke prestaties belangrijker.Zweden scoort hierop een LTO van 33 en Nederland een LTO van 44. In Zweden heeft men dus meer respect voor onder andere tradities en zijn persoonlijke prestaties belangrijker.
Bron: Rompelman, O. De culturele dimensies volgens Hofstede. Delft: Technische universiteit Delft.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten